Donderdag en vrijdag bleven we op het prachtige resort. We
zitten hier midden in een groene jungle, met een heerlijk concert van krekel-, kikker-
en andere beestgeluidjes om ons heen, aan het strand. En met één van de mooiste
infity pool zwembaden die ik ooit heb
gezien, met een geweldig uitzicht over de zee en de vele eilanden. Prima uit te
houden dus.
Daarbij is er ook nog een spa, wederom prachtig gelegen,
tussen de rijstvelden en het strand, en mooi ingericht. https://www.kohyaoyaivillage.com/facilities/kao-spa.html.
Isabelle en ik gingen op donderdag voor een spabehandeling van 90 minuten, en
wegens hevige interesse ging Aimee mee voor een dertig minuten behandeling,
haar eerste spa ooit. De dames gingen eerst, daarna ging ik. Echter bij mijn terugkomst
in Kevin’s favoriete plekje, de bibliotheek, kreeg ik een onaangenaam
schrikmomentje. Isabelle was na behandeling met warme olie in de warme
temperaturen niet lekker geworden, en was flauw gevallen. Ze lag in de
bibliotheek op een bedje met de resort-medische staf om haar heen, die
bloeddruk en hartslag aan het checken waren. We koelden haar af met koude
doekjes, en probeerden op een gegeven moment haar suikerdrankjes te voeren.
Uiteindelijk hielp dat, en knapte ze langzamerhand weer op. Wel deed ze een
extra middagtukje om even bij te komen.
Tegen de avond was ze weer helemaal de oude en konden we van
het uitstekende restaurant genieten. We sloten de dag af met een Thaise
traditie. Ieder van ons mocht een Krathong,
een wensbootje gemaakt van bladeren met een kaarsje, aansteken en in zee laten
varen. Daarbij mag je een wens doen. Deze traditie komt van het Loi Krathong
festival in November https://en.wikipedia.org/wiki/Loi_Krathong.
Op de terugweg naar onze villa gingen Kevin en ik nog met zaklantarens beestjes
spotten, zoals kreeftjes, krabbetjes, kikkers en heel veel padden.
Vrijdag was nog een relaxdag. Te veel gerelax voor mij, dus
ik huurde een fiets en trok vier uurtjes het eiland in. Het is een eiland
zonder speciale hoogtepunten, maar het is gewoon natuurlijk mooi, met bijzonder
vriendelijke bewoners. Het aantal toeristen is hier nog laag. Oorspronkelijk
werd er geld verdiend met vissen en rubberplantages, maar sinds de rubberprijs
tot één vierde van de oorspronkelijke waarde is gedaald, liggen de meeste
rubberplantages stil. In tegenstelling tot het noorden van Thailand zijn de
meeste inwoners hier moslim, en zijn er enkele enigszins primitieve moskeeen.
Ik stopte bij een lokaal marktje om wat te drinken en was de enige
buitenlander/toerist die er rondhing. Ik eindigde mijn tour in de zuidpunt van
het eilandje bij het liefelijke visserplaatsje Laem Hua Lan. Daar werd ik geattendeerd op een barretje even
verderop aan een mooi strandje. Het barretje, met ligstoeltjes en
parasolletjes, vond ik, maar ik was op het uitgebreide strand de enige
bezoeker. Ik dronk kokoswater uit de grootste kokosnoot die ik ooit geserveerd
heb gekregen. Ondanks de grote hoeveelheid vocht bestond mijn terugweg uit nog veel
meer stopjes voor meer drinken. De temperaturen waren inmiddels opgelopen tot
tropische hoogte, en ik zweette als een os. Na de inspanning waren verdere
drankjes aan de zwemmersbar in het mooie resortzwembad dik verdiend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten