Zondag gingen we
op pad voor onze eerste safari. We reden in vier uur naar Tarangire National
Park. Bij de poorten hadden we onze lunch, terwijl we al genoten van de eerste
mooie gekleurde vogeltjes, een paar aapjes en zelfs een klein gifgroen
slangetje. Wat mij meteen opviel in
vergelijking met safari’s in Zuid-Afrika, was dat er geen hek om het park staat.
De dieren zijn dus vrij om erin of eruit te wandelen, wat handig is voor de
jaarlijkse migratie van bijvoorbeeld de gnoes en zebras. Maar het werd nog bijzonderder;
de camping had tot mijn schrik ook geen hekken. Gelegen op een klein
heuveltje, gaat met hier ervan uit dat wilde dieren niet spontaan mensen
opzoeken, en dat anders gewapende bewakers en ’s avonds vuren ze wel op afstand
houden. Afstand die net genoeg is, want zondagmiddag liep er al een grote kudde
olifanten en zebra’s rakelings langs de camping. De volgende dag werden we
wakker met girafes naast het kamp. En verder werd de camping veelvuldig bezocht
door aapjes en mongoose.
Je mag dan ook
niet het camping terrein afwandelen. ’s Avonds is er de regel dat je altijd
samen naar het toilethokje moet stappen, en ’s nachts mag je helemaal niet je
tent uit – de plasfles is je beste vriend. Dichterbij de natuur kan je niet
komen. Want het plaatje wordt ook nog compleet gemaakt met kampvuur en
prachtige zonsondergangen.
We maakten
uiteraard verschillende safari-ritjes. En we hadden veel geluk. De migratie is
eigenlijk vroeger in het jaar, maar ook hier is de natuur in de war. Zo
kwamen we enorme grote groepen gnoes tegen (grapje; er zijn genoeg gnoes),
vergezeld van iets kleinere groepen, maar toch ook ontelbare zebra’s. Die in
grote rijen aan het migreren waren. Er
was zo wie zo veel leven in het park, want de eerste dagen kwamen we ook in het
oog te staan met onder andere olifanten en giraffes. Maandagochtend hadden we
al na tien minuten het meeste geluk, toen we een groep leeuwen vonden, die
uiteindelijk rankelings langs onze truck de weg overstaken. En we zagen ook een
enorme groep buffels, die grote stofwolken opwierpen, zodat we na twee dagen
van de “big five” er al zal drie zagen (olifant, buffel, leeuw). Het luipaard is altijd de uitdaging,
terwijl de neushoren helaas in grote delen van Tanzania uitgestorven is door stroperij. Maar we zagen ook gazelles, waterbokkken, elanden, bavianen, zwijntjes
en nog veel meer.
Op safari met
kids is een leuke ervaring. Het eerste half uur zijn ze allemaal wild
enthousiast, met opgewekt stemmetjes en gilletjes als er wat te zien is. Het
tweede half uur zijn ze net als de volwassenen, wat ingetogener, maar nog
steeds enthousiast. Het derde half uur verliezen ze langzaam de interesse, en
daarna zoeken ze elkaar op en gaan ze kaarten of kwartetten. Leuk dat ze elkaar
hebben; we hebben elf kinderen van redelijk dezelfde leeftijden.
Maandagmiddag, op
het warmst van de dag, zochten we het verkoelende zwembad van een lodge op.
Hier hadden we ook prachtig uitzicht over een rivier, waar je de olifanten in
zag baden. Een mooie verfrissing na de
stoffige safaris.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten